Ik kwam eind vorig jaar terug naar Suriname om meerdere redenen. Het begon bij de drang mijn vader te willen bijstaan tijdens het verkiezingsproces en de campagne van de PRO, de Partij voor Recht en Ontwikkeling, waar hij mede-oprichter en voorzitter van is. Ik wilde er voor hem zijn en mijn bijdrage leveren waar ik kon. Los hiervan, wilde ik vooral in Suriname zijn om “verloren” tijd door te brengen en misschien zelfs in te halen met mijn familie en vrienden. In principe heb ik sinds 2012, ik werd toen 17, hier niet meer gewoond en ik wilde dat herontdekken als volwassene.
Ja, wat kan ik erover zeggen, ik vertrok in het jaar dat de huidige president een Amnestiewet probeerde aan te nemen en ik kwam dus vorig jaar terug terug toen tegen hem het vonnis werd uitgesproken voor de daden waar hij 8 jaar daarvoor amnestie probeerde te krijgen. De ironie is op zoveel vlakken aanwezig. Ik denk zelfs dat als iemand van een afstand de gebeurtenissen van de laatste paar jaar op een rij zou zetten, ze zouden lachen en huilen van ellende tegelijkertijd. Het is onvoorstelbaar waar deze mensen mee wegkomen en wat zij bereid zijn te doen.
Meerdere mensen zeggen wel eens tegen me dat het beter is je niet te bekommeren om de Surinaamse politiek, omdat het je alleen maar hoge bloeddruk oplevert. De klassieke “ignorance is bliss” tactiek om het zo te noemen. Alsof de gordijnen dichttrekken het onweren buiten stopt.
Aan de keerzijde van de munt, zeggen diezelfde mensen ook tegen me dat ik Suriname moet zien voor wat het is, niet voor wat het kan zijn, of wat ik wil dat het is. Ze hebben een punt. Ik denk zeker dat ik mezelf daar schuldig aan maak. In principe komt het neer op perspectief. En ik ben meer dan bevoorrecht geweest om dat te hebben als iemand die onder andere een product is van de Surinaamse gemeenschap.
Naja, import product dan want, ik ben nu eenmaal immigrant in eigen land. Surinaamse grondstoffen, in het buitenland gefabriceerd, en teruggebracht voor de Surinaamse markt. Het is tot de dag van vandaag het overkoepelend economisch model van de Republiek Suriname.
Maar nog een andere zijde van diezelfde munt is dat datzelfde stukje perspectief dat ik heb gehad, zonder dat ik er expliciet om heb gevraagd trouwens, de grondslag vormt voor waarom ik me bekommer om Suriname en ervoor kies om hier te zijn. Ik wil dat mijn toekomst hier is. Ik heb niks permanents te zoeken in het buitenland. En ik weet ook dat dat absurd klinkt naar vele anderen die nooit die keuze hebben gekregen. En ik kan niemand daarvoor kwalijk nemen.
Wat ik het moeilijkst vind om te zien en te accepteren is de mate waarin de intensiteit van armoede in Suriname onderschat wordt. Op ieder vlak en op alle verschillende manieren waarop het zich manifesteert. Ja, ‘tje-poti’ bestaat, en als mensen het met je menen, doen ze dat echt en tot het bittere eind. Maar echt, dat de Surinaamse Staat zijn eigen burgers niet verzorgt en in plaats van vrijheid alleen maar afhankelijkheid gunt en dan nog loyaliteit durft af te dwingen van dezelfde mensen wiens toekomst je ontneemt?
Er is een verschil tussen de “slachtoffer-rol” en “slachtoffer-zijn”, de één is een mentaliteit en de ander een realiteit. Maar het onderscheid daartussen maken wanneer stelselmatig ontkennen dat leed je wordt aangedaan de enige manier is om je hoofd boven water te houden, maakt het natuurlijk begrijpelijk dat er nauwelijks tijd vrij gemaakt wordt om die realiteit te erkennen. Echt waar, het doorzettingsvermogen van Surinaamse mensen is complex en ongekend.
“Mi no wan fit nanga 18, ma COVID-19.”
Mijn goede vriend Shavero maakte die grap laatst. Ik vind het altijd indrukwekkend hoe hij van een moeilijke situatie de kant ervan kan belichten die het belachelijk maakt. Dat heb ik altijd bijzonder aan hem gevonden. Het bagatelliseert de situatie niet, maar hij kan de humor erin creëren en zodoende de situatie bevattelijk maken op een bepaalde manier. COVID-19 brengt voor de hele wereld een vloedgolf van onduidelijkheid en onzekerheid met zich mee, en dan in Suriname vooral wat de verkiezingen, het verkiezingsproces en de nabije toekomst van het land betreft.
Alsnog hoop ik dat ondanks de omstandigheden en maatregelen ik toch die bijdrage kan leveren aan de campagne van de PRO en het beste kan maken van de tijd die ik hier nog heb. Misschien kan ik die “verloren tijd” nu toch doorbrengen met vrienden en familie, dan maar op 2 meter afstand met niet meer dan tien mensen per keer en een oso-dresi stylo palm mix water hand-sanitizer op stand-by.
Delen is lief, maar een ♥ ook!
Facebook: @geroldsewcharan
Instagram: @geroldsewcharan